Mijn langste baan ooit was in de Escape, een nachtclub in Amsterdam. Met korte onderbrekingen van soms een paar maanden kon je mij daar 14 jaar lang in de garderobe vinden.
Op mijn cv voelde het als een gat, een groot gapend gat zelfs. Tot ik mij realiseerde dat ik mijn meest waardevolle lessen daar heb geleerd. Omringd door nachtvlinders, feestvierders maar ook door dak en thuislozen of verslaafden. Terwijl sommige mensen mooie gebeurtenissen vierden, waren er ook genoeg mensen die overdag gewoon liever niet buiten kwamen, of die alles deden om niet in de realiteit te hoeven zijn.
Om mijn werk niet als volkomen zinloos te beleven had ik een goede band met mensen op straat. Niet opgehaalde dikke winterjassen bewaarden we voor daklozen. Mijn kerstpakket deelde ik jaarlijks met hen, een enorme doos vol drank, de helft lustte ik niet eens. Voor een sigaretje of en kletspraatje wisten ze me altijd te vinden.
Dat ik zonder vooroordeel met mensen omga is mij met de paplepel ingegeven. Door al die nachten met zoveel mensen die eerder wel dan niet onder invloed waren heb ik een olifantshuid gekweekt. Mij shockeer je niet zo gemakkelijk meer, ook ben ik een koningin geworden in dingen niet persoonlijk aan te trekken. Soms is er woede/verdriet/wanhoop dat er uit moet, dat heeft iedereen maar niet iedereen kan dit goed kanaliseren.
Dus kluizenaar of prinses, voor mij ben je gewoon een mens, net als ik.